Na Jou – Hoofdstuk 9
Verslagen door de gebeurtenis van die avond, huilde ik mezelf leeg die dagen erop. Ik stortte me op de verkoop van het huis in Nederland, nu vast hopend dat het gauw verkocht zou worden en ik de kans zou hebben om opnieuw te beginnen. Maar terwijl ik nog maar zo kort geleden in Ierland wilde blijven, wilde ik nu zo gauw mogelijk weg. Ik besloot terug te gaan naar Nederland om onafgemaakte zaken af te handelen, rekeningen te betalen, een steen op Sam’s graf te laten plaatsen en me te richten op het vinden van een baan. Ik kon niet anders denken dan dat het toch voorbestemd was voor mij om me in Nederland te settelen en daar een nieuw bestaan op te bouwen met Micha.
Diezelfde week nam ik afscheid van mijn ouders en Micha, die de komende tijd bij hen zou blijven, zodat ik de vrijheid en ruimte zou hebben om alles op orde te krijgen. Met pijn in mijn hart sloeg ik mijn armen om Micha heen en drukte kusjes op zijn haar. “Mama komt gauw weer terug, lieverd. Mama komt je weer halen, als alles klaar is voor ons. Zul je lief zijn voor opa en oma?”
Micha knikte. “Lief oma en lief opa.” reageerde hij wijs.
Ik lachte door mijn tranen heen, stond op en knuffelde pap en mam. “Bedankt hiervoor, mam, pap. Ik had het zonder jullie nooit gekund.”
Mam klopte op mijn bolle buik. “Doe voorzichtig, neem niet teveel hooi op de vork. En bel ons elke dag.”
Pap hield me op zijn beurt stevig vast. “We gaan je missen, meisje.”
Ik slikte en deed een stap achteruit. “Ik jullie ook. Ik houd van jullie. Zoveel!” Ik draaide me om en sprong in de Jeep. En terwijl ik achteruit reed, het pad af, zag ik Matthew de garage uitkomen. Hij veegde zijn handen af aan een smerige lap stof en keek teleurgesteld, verdrietig. Ik keek weg, draaide de weg op en vertrok.
Het was vreemd om weer binnen te stappen in een groot huis, waar niet meer geleefd werd. Het voelde vreemd om nog steeds die bekende geuren te ruiken, de spullen te zien. Alsof ik het herinnerde uit mijn vorige leven. Uit een film. Er lag een laag stof op de houten meubels en op de keukentafel lagen hoge stapels ongeopende post. Kranten, tijdschriften, folders en reclame. Brieven en kaartjes van Sam’s familie, onze vrienden en bekenden. Ik liet mijn tas van mijn schouder vallen en liet mijn hand over het brede dressoir gaan, de trots van Sam. Hij maakte het meubelstuk zelf, als middelpunt van de aandacht in de huiskamer. En als een zware deken overviel opeens de vermoeidheid mij. Het overdekte me en ik wist dat ik het niet langer vol zou houden zo. Ik sleepte mezelf naar boven, waar ik me op het onopgemaakte tweepersoonsbed liet vallen.
Ik schrok op van het schelle geluid van mijn telefoon, griste het ding van het nachtkastje en nam op. “Leah Jacobs.”
“Mevrouw Jacobs, u spreekt met Paul Van Diepen, makelaar bij Van Diepen en Klaver. U had contact met mijn collega gehad over de verkoop van uw huis.”
Ik werkte mezelf moeizaam overeind. “Ah ja! Wat kan ik voor u doen?”
“We wilden graag een afspraak maken om foto’s te komen maken voor op de website. Is het mogelijk dat we binnenkort eens langskomen?”
Ik klemde de telefoon tussen mijn oor en schouder en stond op van het bed, om naar beneden te lopen. “Natuurlijk, hoe eerder hoe beter.”
De man lachte. “Dat klinkt alsof u haast heeft. Is morgen een optie voor u? In de ochtend?”
Ik greep mijn agenda uit mijn tas, om me vervolgens te herinneren dat ik totaal geen afspraken had staan sinds het overlijden van Sam. Ik hield niks meer bij en had niemand waar ik rekening mee moest houden. “Ja natuurlijk. Hoe laat had u in gedachten?”
“Als half tien niet te vroeg voor u is, dan zou ik graag dan voor de deur staan.” Antwoordde Paul.
“Helemaal prima.” Ik vond een pen onderin mijn tas en schreef de afspraak op. Waarom wist ik niet, want ik zou het hoe dan ook weer vergeten en absoluut niet in de agenda kijken. Ik was het drukke leven met werkdagen, afspraken in het ziekenhuis en het halen en brengen van Micha bij het kinderdagverblijf een beetje vergeten. Ik zei de beste man gedag en verbrak de verbinding.
Drie weken spendeerde ik in Nederland. In mijn eentje koos ik een grafsteen uit voor Sam en een passende inscriptie. Alleen stond ik bij het graf, toen de steen geplaatst werd, in een simpel zwart jurkje, een zwarte panty en oude afgetrapte pumps. Ik staarde naar de plaats waar mijn man begraven lag. Ik voelde me leeg. Met mijn handen om mijn dikke buik, vertelde ik Sam zonder een woord hardop te zeggen, dat ik ons tweede kindje verwachtte. Ik vertelde hem dat ik dit kleine kindje zou vertellen over zijn of haar vader, de liefste vader die er ooit bestond. De vader die zo dapper streed tegen zijn ziekte, maar het toch moest verliezen. De vader die al zijn liefde had gegeven aan Micha en ook zielsveel van dit tweede kindje gehouden zou hebben. Ik vertelde hem hoe erg we hem misten en hoe moeilijk het was om door te gaan zonder hem. Daarna nam ik in stilte afscheid. Ik nam afscheid van een verleden van pijn en verdriet. Ik nam afscheid van mijn man, die ik niet meer terug zou zien. De man die me achter had gelaten met twee kinderen.
Na het plaatsen, draaide ik me om en liep over de lange paden naar de parkeerplaats, naast de begraafplaats. Ik stapte in de auto en reed naar het aanliggende dorp, waar Sam’s ouders woonden. Met lood in mijn schoenen baande ik een weg naar de voordeur over het grind en belde aan.
De deur werd al gauw met een zwaai geopend en Sam’s moeder keek me glimlachend aan. Ze droeg een Burberry blouse met een bijpassende beige rok en leren sandalen. “Leah, wat fijn je weer eens te zien.” Zei ze. “Kom gauw binnen. We hebben je gemist de afgelopen tijd.”
Ik liep haar achterna door de hal en de keuken, naar de achtertuin, waar ook Sam’s vader zat, op de veranda. Hij keek op van zijn boek, hing zijn sigaar in zijn mondhoek en grijnsde hartelijk naar me. “Daar is ze dan eindelijk!” bulderde hij. Hij stond op en schudde ruw mijn hand. “Wat een plezier om je te zien, Leah. Hoe gaat het met je?” Hij gebaarde me te gaan zitten, waarna ik plaats nam op het randje van een tuinstoel. Ik bekeek Sam’s vader eens goed. Zijn zout en peper kleurige haar was in een keurige zijscheiding gekamd en golfde over zijn voorhoofd. Hij droeg een kraakhelder wit poloshirt en had een baby blauw vest over zijn schouders liggen. Onder zijn donkerblauwe korte broek staken bruine gladde benen en zijn voeten zaten in dure cognac kleurige instappers. Dat de familie Jacobs geld had, was wel duidelijk aan hen te zien. En anders kon je het wel horen als ze het hadden over hun favoriete bezigheid: golven.
“Lust je een glas ijsthee? Zelf gemaakt!” Kwam Sam’s moeder tussen beiden, voor ik antwoord op Benjamins vraag kon geven.
Ik knikte. “Heel graag, dank je, Tina.”
Het bleef even stil, tot Tina me het glas aanreikte en ook ging zitten. “Hoe kom je hier zo verzeild? Kunnen we iets voor je betekenen?”
Ik boog mijn hoofd, bloosde licht. “Ik kom net van de begraafplaats. Vanmorgen is de steen op Sam’s graf geplaatst.”
Alsof ik zojuist had verteld dat ik hun kat overreden had, zo ijzig stil bleef het. Sam’s ouders staarden me allebei wezenloos aan.
“Pardon?” stamelde Benjamin, Sam’s vader even later.
Tina snoof ongemakkelijk. “Nou, dat is me ook wat zeg.” sneerde ze toen. “Het was toch wel fijn geweest als je ons erbij had betrokken. Een steen uitgezocht, zonder Sam’s bloedeigen ouders in te lichten. En de tekst dan?” Tina ratelde door.
Ik voelde mezelf verstijven en wist niet wat ik moest zeggen.
“Maria zal ook wel flink overstuur zijn!” voegde Benjamin eraan toe, doelend op Sam’s zus.
“Het spijt me,” fluisterde ik, “Het was iets waarvan ik voelde dat ik het alleen moest doen. Sam en ik hebben het er vaak over gehad. Ik wist precies wat hij wilde.”
Opnieuw snoof Tina. “Denk je niet dat het voor ons ook meerwaarde had gehad als we bij de plaatsing zouden zijn geweest? En de tekst op de steen…ik zou het toch graag gezien hebben voor het definitief was!”
Ik knikte onderdanig. “Ik begrijp het. Het spijt me. Ik wilde niemand voor het hoofd stoten, maar…”
“Je hebt ook totaal geen moeite gedaan om maar enig contact met ons te zoeken na Sam’s dood. En nu sta je zomaar op de stoep met dit nieuws! Waar ben je al die tijd geweest?” Klonk Tina’s schelle stem over de mijne heen.
“Ik moest hier weg…” mompelde ik bijna onhoorbaar. “Ik kon het niet meer volhouden in dat huis.” Instinctief legde ik mijn handen op mijn buik en ik zag hoe vier paar ogen dat gebaar volgden. Beiden snakten ze naar adem.
“Hoe is het mogelijk! Wat een schande!” Tina stond op en wees met haar priemende vinger naar de deur. “Hoe durf je!” Schreeuwde ze. “Eruit!”
“Wacht!” Riep ik, “Wacht! Het is niet wat jullie denken! Dit…dit is…Deze baby is van Sam…Ik kwam er pas achter na zijn overlijden. Hij…we…We wilden zo graag een tweede kindje, maar Sam heeft nooit geweten dat ik in verwachting ben van zijn tweede kindje.” Uitgeput liet ik de tranen, die achter mijn ogen brandden, lopen. “Hij zou zo gelukkig zijn geweest…”
Opnieuw staarden Sam’s ouders me aan.
“En nu?” Vroeg Tina. “Wat ben je nu van plan?”
Ik haalde mijn schouders op. “Ik weet het niet. Ons huis staat te koop. Ik weet nog niet waar ik heen ga. Misschien blijf ik hier in Nederland, maar misschien is het voor mij en de kinderen beter als ik terug ga naar Ierland, vlak bij mijn ouders.”
Tina schudde haar hoofd. “Je weet niet wat je ons aandoet, Leah.” Zei ze strak. “Onze zoon is dood, jij verdwijnt en je ontneemt ons onze enige kleinkinderen ook nog!”
Verbluft keek ik haar aan. “Moet ik dan hier blijven? Ik heb hier niks! Er is hier niks waardevols dat me doet blijven.”
“En Micha dan? En de baby? Hoe denk je dat het voor ons voelt om hen nooit meer te zien als jij besluit te vertrekken?” Tina wees voor de tweede keer naar de deur. “Ik denk dat het beter is dat je gaat. Ik hoop dat je goed nadenkt voordat je iets beslist en ook eens denkt aan anderen, in plaats van alleen aan jezelf.” Tina draaide me de rug toe. Benjamin pakte zijn boek weer op en deed alsof ik niet bestond.
Ik zuchtte, pakte mijn tas van de grond en vertrok. Ik wist wel dat het niet zo slim was om hen niet te betrekken bij alles rondom de steen, maar was het wel eerlijk dat zij zoveel van mij verwachtten?
Eenmaal thuisgekomen, schopte ik mijn pumps uit en stroopte de panty van mijn benen. Op blote voeten liep ik naar de huiskamer, waar ik bij de stereo bleef staan. Een oud beestje. En ook al hadden we veel betere techniek tegenwoordig en lagen er minstens drie iPods in huis, bleef dit apparaat toch ons favoriet. Mijn blik gleed over de tientallen CD’s die ernaast stonden, netjes gesorteerd op alfabet. Ik liet mijn vinger over de rij gaan en koos een CD, die Sam zelf ooit eens had samengesteld. Ik zette de stereo aan, sloot mijn ogen en met een hoofd vol verwarrende gedachten, liet ik de bekende klanken over me heen komen. Pas toen ik enigszins rust kreeg, opende ik mijn ogen en besloot het hele huis van onder tot boven een goede poetsbeurt te geven.
Volg je The Stout Journal al op Social Media?