Na Jou – Hoofdstuk 7
Ik ben niet jaloers op Victoria Moore. Geïrriteerd sloot ik de computer af en keek fronsend door de werkplaats. De mannen waren bezig met hun gereedschap opruimen voor de dag en haalden een bezem over de vloer heen. Ik ben nooit jaloers op haar geweest. En nu ook niet. Waarom zou ik jaloers zijn op een ijskonijn zonder gevoel? Waarom zou ik jaloers zijn op een zieke vrouw?
Ik stond op en liep achter de balie vandaan, naar de de deur.
“Leah! Wacht!” Matthew nam een sprintje naar de deur, die ik net achter me dicht wilde gooien. “Wacht! Ik moet je wat vragen.”
Ik keek afwachtend naar hem om.
“Vind je het goed als ik Micha meeneem voor een middagje vissen morgen? Hij heeft me er al een paar keer om gevraagd. Ik zou het erg leuk vinden.”
Ik twijfelde. Vissen? Micha? “Is dat niet een beetje gevaarlijk?”
Matthew haalde zijn schouders op. “Als het je rust geeft, kun je ook meegaan. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, toch?” Hij schonk me een brede glimlach. “Toe, ga met ons mee!”
Ik haalde mijn schouders op. “Okee. Vissen. Hoe laat moeten we klaarstaan?”
“Ik haal jullie op om half twee. En Leah?” Matt liet zijn ogen over mijn lichaam glijden, van boven naar beneden en weer terug. Toen zijn ogen de mijne weer ontmoetten, grijnsde hij jongensachtig. “Draag iets wat comfortabel zit en wat vies mag worden.”
Blozend sloeg ik mijn ogen neer en keek naar de beige pumps die ik droeg, de zwarte leren kokerrok en het bijpassende truitje. Toen draaide ik me om en liep de garage uit.
Het was ronduit heet die volgende middag. Ik had minstens een half uur naar de kleren gekeken, die ik had uitgestald op mijn bed. Zes setjes. Het enige wat ik had meegenomen in mijn koffer voor de twee weken dat ik had willen blijven in Ierland. Uiteindelijk koos ik een paar legergroene shorts en een wit hemdje. Ik bond mijn haar in een hoge paardenstaart en schoof mijn voeten in witte gympen. Ik griste een pet van het bed en propte die in mijn tas, die al uitpuilde door de snacks die mam voor ons had klaargemaakt en de flesjes ijskoud citroenwater. Voor Micha had ik een extra setje kleren ingepakt, voor het geval hij erg vies of nat zou worden. Nog één keer keek ik in de spiegel en wierp een blik op de klok. Tijd om te gaan. Matthew zou vast al op ons wachten. Ik rende naar beneden, nam de trap met twee treden tegelijk en zag dat ook Micha al klaarstond bij de achterdeur in de keuken. “Ben je klaar, kanjer?” Vroeg ik hem opgewekt.
Micha stond te wiebelen op zijn tenen en ik zag de enthousiasme in zijn ogen fonkelen. “Visjes vangen, mama!” Riep hij, terwijl hij in zijn handen klapte van plezier. Ik lachte en nam hem bij de hand. “Kom op, dan gaan we.” Ik zwaaide naar mam, die aan de keukentafel de krant zat te lezen, terwijl er naast haar een grote mengkom stond, waar deeg voor brood in rees.
Buiten sloeg de hitte ons in het gezicht. Ik voelde druppels zweet op mijn voorhoofd vormen, veegde ze weg en leidde Micha naar de pick-up, waar Matthew al zat te wachten. Zachte country muziek klonk ons tegemoet. Ik tilde Micha de auto in en nam zelf plaats naast hem.
“Zijn jullie er klaar voor?” Matthew leek zelf net zo enthousiast als Micha te zijn. “Laten we hopen dat de vissen happen!” Hij zette de auto in de eerste versnelling en met een vaart schoten we het erf af.
Ik had het kunnen weten: vissen was niet mijn ding. Ik griezelde als er wormen aan de haak werden gespiest en eigenlijk kon ik het niet aanzien dat diezelfde haak de vissen pijn deed. Gelukkig nam Matthew het werk op zich. Het enige wat ik hoefde te doen was in mijn klapstoeltje zitten met de hengel. Micha rende om ons heen, dolblij en gilde opgewonden als hij ook maar enige beweging zag in het water. Matthew liet hem zijn hengel vasthouden en samen haalden ze een paar kleine visjes binnen. Matthew haalde ze van de haak en gaf ze een klap op hun kop om ze te doden. Ik was blij dat ze meteen uit hun lijden werden verlost.
“Wat ga je nu met die vissen doen?” Vroeg ik hem, terwijl ik mijn lijn opnieuw uitgooide, met een bungelende worm aan de haak.
“Opeten!” Lachte Matthew. “Het zou zonde zijn om vissen te vangen en te doden om ze vervolgens weg te gooien.” Met Micha op schoot, zat hij op zijn gemakje naar zijn dobber te staren.
Ik nam de tijd om hem eens goed te bekijken. Hij droeg een oude spijkerbroek met een wit shirt dat strak om zijn borst en armen spande en laarzen. En terwijl ik regelmatig met mijn handen wapperde voor wat koele lucht, leek Matthew geen problemen te hebben met de warmte. Zijn zwarte haar was te lang en krulde in zijn nek. Zijn huid was gebruind door de zon, zijn stoppelbaardje zorgde voor een donkere schaduw op zijn kaken.
Ik werd echter ruw uit mijn dagdroom gehaald, doordat mijn hengel bewoog. “Oh!” Gilde ik geschrokken, terwijl ik opsprong en als een malle de lijn begon in te halen. Ik trok de hengel omhoog. Achter me hoorde ik de jongens lachen. Ik trok harder en deed nog harder mijn best om de lijn in te halen. “Ik heb beet! Oh, Ik heb een vis aan de haak!” gilde ik weer, een beetje paniekerig. “Wat moet ik doen?” Nog eens gaf ik een ruk aan de hengel en zodra ik dat deed, gleed mijn voet weg in het gras. Met een brul viel ik voorover de rivier in. Sputterend kwam ik boven water. Vanaf de kant greep Matthew mijn hand en trok me terug op de kant. Wankelend deed ik een poging om stevig op beide voeten te blijven staan, maar door de glibberige grond, gleed ik opnieuw weg.
“Ho!” Matt trok me tegen zich aan en hield zijn armen om me heen. Een moment keken we elkaar ademloos aan, onze gezichten raakten elkaar bijna. Ik voelde mijn hart een slag overslaan en kijkend in zijn ogen, wist ik wat er ging gebeuren.
Matthew boog zich voorover om de laatste afstand te overbruggen en drukte zijn lippen zacht op de mijne. Het leek wel alsof mijn verstand me op dat moment werd uitgeschakeld en het verlangen het overnam. Ik legde mijn handen om zijn achterhoofd en trok hem dichter naar me toe, terwijl ik toegaf aan de kus. Ik voelde mezelf warm worden van binnen, alsof er een vuurtje diep binnen in mij werd opgestookt. Matt’s greep om mijn middel verstevigde, wat werkte als olie op mijn vuurtje. Ik ging op mijn tenen staan om de kus te kunnen verdiepen, waarop Matthew me een stukje optilde. Dicht tegen hem aangedrukt, hing ik een paar centimeter in de lucht. Ik snoof zijn luchtje op, mannelijk, fris en zoet. Het rook vertrouwd, alsof ik niet anders gewend was dan zijn luchtje. Ik haakte mijn benen achter de zijne, maar werd wreed verstoord door een iel kinderstemmetje.
“Mama?”
In een oogwenk wurmde ik me los en strompelde geschrokken achteruit. Ik zag de verwarring die ik zelf voelde, weerspiegeld in de ogen van Matthew. Ik keek weg, vermeed zijn blik.
“Micha ook zwemmen!” Hoorde ik Micha roepen. “Micha ook zwemmen mama?” Ik gaf hem een aai over zijn krullen, zonder een woord te zeggen. En ook al was het warm, ik voelde een rilling van kou door mijn lichaam gaan. Tegelijkertijd schreeuwde mijn lichaam om meer van wat het net had gehad. Ik beet op mijn lip en knikte naar het water. “We zijn een hengel kwijt.”
Matthew volgde mijn blik en haalde een hand door zijn haar. “Ja…de hengel…”
“Ik denk dat we beter naar huis kunnen gaan.” zei ik voorzichtig. “Ik krijg het koud.”
Gelaten knikte Matthew en in stilte pakten we de spullen in om naar huis te gaan. Ik zette Micha in de auto en wilde zelf instappen, toen Matthew me tegenhield, met één hand op mijn arm. “Leah…”
Ik durfde hem niet aan te kijken. Matt tilde mijn kin op met zijn hand en dwong me hem aan te kijken. “Als ik te ver ben gegaan, dan…”
Ik negeerde het stemmetje in mijn hoofd en legde hem het zwijgen op door hem naar me toe te trekken en hem te zoenen. Leunend tegen de auto liet hij het over zich heen komen, zijn handen liefkoosden mijn bovenarmen. Een tinteling ging door mijn hele lichaam, tot in mijn tenen. Ik haalde mijn handen door de krullen in zijn nek en glimlachte toen Matthew toehapte en me weer tegen zich aan trok. Even was er niemand anders op de wereld dan alleen wij. even vergat ik Micha, die in de auto zat. Even dacht ik niet na over de afgelopen maanden, over Sam, zijn ziekbed en zijn overlijden. Mathew hapte naar adem en blozend verbrak ik de kus en stapte de auto in. Matt liep om de auto heen en nam plaats achter het stuur. Zonder een woord te wisselen reden we naar huis. Ik deed de gordel af en pakte Micha op, die gedurende de rit tegen mij aan had liggen slapen.
“Bedankt voor vandaag, voor het vissen.” fluisterde ik tegen Matt. “En de hengel vergoed ik natuurlijk.”
“Leah…” Matt schudde zijn hoofd. “Doe niet zo raar. Wat boeit mij die hengel nu?” Hij keek me doordringend aan. “Ik denk dat we moeten praten over wat er straks gebeurde.”
Praten? Als door een wesp gestoken sprong ik de auto uit. “Misschien een andere keer.” Zei ik gehaast. “Bedankt voor de fijne middag.” Ik gooide het portier dicht en droeg Micha naar binnen. Vaag hoorde ik hoe de pick-up het erf weer afreed. Ik zuchtte en slikte mijn schuldgevoel weg. Wat heb ik gedaan? Sam is nog maar zo kort geleden van me weggenomen en ik sta zomaar een andere man te zoenen, alsof Sam nooit heeft bestaan. Ik heb hem verraden!
Volg je The Stout Journal al op Social Media?