Na jou Micha Sam Leah verliefd liefde rouw verlies tweede liefde roman short story

Na jou – Hoofdstuk 1

Vorig jaar schreef ik deze short story en deelde ik al eens de proloog op mijn blog. Lees die eerst, als je ‘m nog niet hebt gelezen, want het is een belangrijk stukje. En nu wil ik jullie meenemen in de rest van dit zoetsappige verhaal. Verstand op nul en lekker lezen! Je maakt hier kennis met Leah en Micha die zojuist een dierbaar iemand zijn verloren.

Hoofdstuk 1

Ik werd opgeschrikt uit mijn gedachten, door het schelle geluid van mijn telefoon. Geschrokken keek ik naar wat er voor me gebeurde. Ik wist niet hoe lang ik zo had gestaan, maar in ieder geval lang genoeg om het gehakt in de koekenpan aan te laten branden. Ik griste mijn telefoon van het aanrecht en nam op. “Leah Jacobs.” 

Het bleef even ongemakkelijk stil aan de andere kant van de lijn. Toen hoorde ik de stem van één van de kinderdagverblijfleidsters: “Mevrouw Jacobs? We vroegen ons af hoe laat u Micha op wilde komen halen. Het is half zeven, Micha is nog als enige bij ons op de groep.”
Vermoeid en beschaamd sloot ik even mijn ogen. Normaal gesproken haalde ik Micha rond vier uur op, zodat we meteen aan tafel konden, als we terugkwamen. “Het spijt me, er kwam iets tussen.” Mompelde ik verontschuldigend. “Ik kom eraan.” Ik drukte het gesprek weg en draaide het gas uit. Geen zelfgekookte maaltijd vandaag. Haastig pakte ik mijn sleutels van het haakje en mijn jas van de kapstok.

Het was nu drieëneenhalve maand geleden dat we afscheid moesten nemen van Sam en ik had toch echt het idee dat ik het enigszins had verwerkt en weer door was gegaan met mijn leven. Oké, er kwam dan nog weinig uit mijn vingers en ik was een huismus geworden, maar dat is normaal als je moeder bent toch? Dan ga je niet meer zo snel de hort op. Trouwens, in huis lagen er ook nog lijsten vol met huishoudelijke en financiële taken op me te wachten. Bij de gedachte aan het postvak vol brieven, rekeningen en aanmaningen, zuchtte ik diep. Ik durfde de enveloppen eigenlijk niet eens meer te openen, bang voor wat me te wachten zou staan.

Ik parkeerde de auto voor het kinderdagverblijf en beende zo snel mogelijk naar de ingang. Terwijl ik langs de ramen liep, zag ik Micha zitten, alleen, aan de tafel, waar normaal gesproken met de kinderen werd geluncht. Eén van de leidsters veegde de vloer. Verder was er geen mens te bekennen. Mijn hart brak. Wat voor moeder vergat haar eigen kind? Ik stapte binnen en opende mijn armen. “Micha! Kom, lieverd!”
Micha gleed van zijn stoel en rende regelrecht mijn armen in. Ik hield hem stevig vast, terwijl ik de tranen weg knipperde. “Sorry, maatje. Sorry dat mama zo laat is.” Ik hielp hem met zijn jas en schoenen en voelde ondertussen de ogen van de leidster in mijn rug prikken. Zo goed als onverstaanbaar zei ik haar gedag en trok Micha mee naar de auto. “Zullen we een pizza halen?” 

De volgende ochtend werd ik wakker met enorme hoofdpijn. Het voelde alsof er een bowlingbal in mijn schedel rond tolde en ik moest mijn best doen om niet over te geven. Ik had die fles wijn niet aan moeten breken. En al helemaal niet leeg moeten drinken. Ik voelde me al enige tijd beroerd, maar wist dat ik het mezelf aan deed met het slechte eetpatroon. En drank, nou ja, daar had ik nooit goed tegen gekund. Langzaam werkte ik mezelf omhoog en zette mijn voeten op de koude houten vloer. Op Micha’s kamer was het nog stil, dus die sliep gelukkig nog. Ik schuifelde naar de badkamer en waste mijn gezicht met koud water. Helaas was dat niet de kuur tegen hoe ik me voelde. Een golf van misselijkheid kwam naar boven. Zo snel ik kon ging ik op mijn knieën zitten voor de wc, met mijn hoofd boven de pot. Daar leegde ik mijn maag, tot er geen druppel of kruimel meer in zat. Kokhalzend bleef ik nog even zitten. Het werd tijd dat ik die constante hoofdpijn eens liet onderzoeken en dat mijn lichaam gezonde voeding binnen kreeg. Ik veegde mijn mond af en stond op.

In de keuken zette ik het koffiezetapparaat aan en begon aan een havermout ontbijtje voor Micha. Zelf nam ik genoegen met een overrijpe banaan en een restje cornflakes. Terwijl ik wachtte tot de havermout goed doorgekookt was, belde ik de huisarts voor een afspraak. Waarschijnlijk zou ik weer naar huis gestuurd worden met pijnstillers en het advies om wat gevarieerder te eten, maar een controle was het minste wat ik moest doen, vond ik. Ik sprak af om na het ontbijt meteen langs te komen, brak het telefoongesprek af en dekte de tafel. Een slaperige peuter kwam uit zijn slaapkamer schuifelen, zijn krullen in de war en zijn wangen rood door een nacht van diepe slaap.
“Hallo slaapkop,” begroette ik hem. “Heb je honger?” 

Zonder een woord te zeggen, knikte Micha en klom op zijn kinderstoel, aan de tafel. Ik zette hem zijn bordje pap voor en gaf hem daar een handje rozijnen en een beker water bij. Ik nam plaats op de stoel naast hem en vertelde hem over de plannen van vandaag. “Mama moet zo even naar de dokter. Ga je dan mee? Daarna kunnen we wel even naar de speeltuin gaan, als je wilt.” Ik schoof de happen cornflakes gedachteloos naar binnen en de banaan er achteraan. Toen stond ik op en waste het kleine beetje vaat af. “Mama gaat vast aankleden. Ik leg jouw kleren voor vandaag vast op je bed klaar, goed?”
Opnieuw een stil knikje. Toen draaide ik me om en verdween in mijn slaapkamer.

Volg je The Stout Journal al op Social Media?

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *