Search results for

na jou

Boeken

Na Jou – Epiloog

na jou epiloog hoofdstuk lezen online boek ebook mevrouw ryan

Een jaar later

Ik voel mijn wangen gloeien als ik tussen de rijen stoelen loop, over het gras wat nog vochtig is van de dauw. De appelbomen reiken zover ik kan kijken, maar daar tussen die prachtige bomen vol bloesem zie ik de man staan waar ik mijn verdere leven mee wil delen. Naast hem staat Micha, als een klein heertje gekleed in een kort linnen broekje en witte blouse. Op Matthew’s arm zie ik Josie, die met grote ogen naar me kijkt, terwijl ze daar duim in haar mond steekt. 

Op de stoelen die aan weerskanten van mij staan, zitten onze families, vrienden en bekenden, op hun paasbest gekleed. Glimlachend en nieuwsgierig kijken ze om als ik me een weg baan naar mijn aanstaande. Mijn witte jurk ruist bij elke stap. Zonder mijn ogen van hem af te halen, loop ik naar Matthew toe. Ik zie de emotie in zijn ogen. Hij steekt zijn arm uit en pakt mijn hand vast. “Wat ben je mooi!” fluistert hij. Ik lach naar hem en vraag mezelf af of ik me ooit gelukkiger heb gevoeld. Er zijn zulke mooie dagen geweest. Dagen met Sam, dagen met Matthew. Dagen met familie en vrienden. Maar nu ik mijn gezin zo voor me zie, barst mijn hart bijna van trots. Dit is wat ik wil. Dit zijn de drie mensen waar ik samen mee wil zijn.

De ambtenaar steekt zijn verhaal af, waar ik het meeste niet eens van hoor. Ik zweef. En als in een droom zeggen we ons ja-woord. En met de glinsterende ringen om onze vingers delen Matt en ik onze eerste kus als man en vrouw. De bruiloftsgasten staan op en juichen luid. Ik voel Matthew’s mond een lach vormen en kijk hem met een brede grijns aan. “Dag meneer Ryan.” 
Matt kust me nog eens. “Dag mevrouw Ryan. Bent u klaar voor een nieuw avontuur?” 
Ik knik. “Met jou, meneer Ryan? Zonder enige twijfel.” 
Matt grijpt mijn hand en steekt die als een trofee in de lucht, waarop het gejuich van de gasten versterkt. 

Omdat we besloten de bruiloft klein en knus te houden, zijn alleen onze naaste familieleden aanwezig en onze beste vrienden. Na de ceremonie houden we met alle gasten een maaltijd in de buitenlucht. De kinderen rennen door de boomgaard heen en spelen gillend tikkertje. Met een zucht kijk ik rond door de boomgaard. De boomgaard die ik nu de mijne mag noemen. Een stukje land van onszelf, achter ons nieuwe huisje. Ik kan niet wachten om het huis in te trekken. Het huis wat we zo zorgvuldig de onze hebben gemaakt. De toekomst ziet er zo mooi uit. En hoewel ik nog steeds een stukje van mijn hart mis, een stukje dat Sam toebehoort, weet ik dat Matthew me gelukkig zal maken. Dat hij ons samen gelukkig zal maken. 

Nadat de laatste gasten zijn vertrokken, ruimen Matthew en ik samen met onze ouders de rommel van de dag op. 
“Ik hoop dat vandaag was wat je ervan hoopte.” Zei Matthew’s moeder Ellis, toen ze afscheid kwam nemen. “Wij hebben ontzettend genoten.”
Ik drukte drie kussen op haar wangen. “Ik had het me niet mooier kunnen voorstellen.” Verzeker ik haar. 
Ellis drukt mijn handen en wendt zich dan tot haar zoon. “Zorg goed voor haar, Matthew Ryan. Anders krijg je met mij aan de stok.” 
Matthew schatert en omhelst zijn moeder. “Maak je je daar maar geen zorgen om, ma.” 

Samen zwaaien we de ouders van beide kanten uit tot ze uit het zicht zijn en lopen dan hand in hand naar binnen. Het is stil in huis. De kinderen liggen al op bed. Op het schemerlicht van één lamp na, is het donker in huis. 
“Wat dacht je ervan?” Fluistert Matthew in mijn oor. Aan mijn hand trekt hij me de trap op. Ik druk een vinger tegen mijn lippen. “Ssst….Zachtjes. Je wekt de kinderen nog.” Op onze tenen lopen we naar de deur van Micha’s kamer en openen die zachtjes. Ik zie mijn oudste liggen, diep in slaap en word warm van binnen. Zo stil mogelijk sluit ik de deur en kijk ook bij Josie even om het hoekje. Overdwars ligt ze in haar bedje, onder de deken uit, haar duim in haar mond. 

“Kom.” Matthew trekt me bij Josie’s kamertje weg en tilt me op. Ik sla mijn benen om zijn middel en houd zijn gezicht in mijn handen. Dan kus ik hem zacht. Matthew trekt me dichter tegen zich aan, terwijl hij achteruit loopt, naar onze slaapkamer. Hij legt me op het bed en schopt de deur achter ons dicht. En eindelijk, na zo lang wachten, word ik de zijne. 

Volg je The Stout Journal al op Social Media?

Boeken

Na Jou – Hoofdstuk 10

na jou hoofdstuk 10 ziekenhuis bevallen lezen ebook boek online

“Oh lieverd, wat ben ik blij dat je weer terug bent.” Mam gaf me drie kussen en hield me stevig bij mijn schouders vast. Ik was nog maar net het erf opgereden, toen ze naar buiten kwam benen, met Micha als een hondje achter haar aan. Die klemde zich direct aan mijn been vast en drukte zich tegen me aan. 
Ik glimlachte. “Ik ben ook blij jullie weer te zien. Is pa in de garage?” 
Mam schudde haar hoofd. “Die is zijn schoenen aan het aantrekken. We wilden net naar de pub gaan om een hapje te eten. Ga je mee?” 
Ik knikte. “Gezellig. Ik heb reuze honger!” 
Mam checkte haar horloge. “Mooi zo. En je zult vast ook blij zijn om je broers weer eens te zien.” Ze lachte guitig naar me. 
Ik knipperde met mijn ogen. “Aaron en Oliver? Zijn ze helemaal hierheen gekomen?” 

“Eén keer in de drie maanden komen we allemaal bij elkaar.” Legde mam uit. “Het is voor hen een eind rijden, maar ze doen het graag. Het is een gewoonte geworden.” 
Diep van binnen voelde ik jaloezie. Mijn broers en hun gezinnen hadden al die tijd gewoonten op kunnen bouwen met pa en ma, terwijl ik alleen in Nederland zat, zonder ouders. Hun kinderen zagen hun grootouders met regelmaat, terwijl Micha het moest doen met videobellen. 
De achterdeur ging knerpend open en pap kwam naar buiten in een spijkerbroek, wit shirt en witte sneakers. Hij zwaaide vrolijk naar me. “Precies op tijd, Leah! Ga je mee voor een goede burger met friet?”
“Dat kan ik niet afslaan natuurlijk!” Grijnsde ik terug en omhelsde hem. “Fijn om weer terug te zijn.” 

We propten ons in de auto van mijn ouders en reden naar de bekende pub, waar we vroeger al wekelijks kwamen om de goede broodjes en de friet. Toen we arriveerden, zag ik de Volvo van Aaron al staan. Ik kon niet wachten om hem te zien en zijn kinderen weer eens in het echt te zien. Ik stapte uit en tilde Micha uit zijn zitje. “Kom gauw, Micha, we gaan kijken of oom Aaron al binnen zit. En zodra ik de deur van de pub opentrok, stoof er een Kever de parkeerplaats op. Het kon niet anders of dat was Oliver, mijn jongste broer. Ik stapte de donkere ruimte binnen, waar de muziek ons al tegemoet kwam en rook de geur van bier en gebakken ui. In de hoek van de pub zag ik Aaron al zitten, met zijn vrouw Aideen en hun kinderen: Michael, Noah, Abby en kleine James van vijf maanden. Met veel kabaal en grote gebaren begroetten we elkaar en ook pa, ma en Oliver werden hartelijk begroet. Ik werd voorgesteld aan Oliver’s nieuwe vriendin Breanna en de kinderen dromden zich ondertussen om Micha heen. Ik zuchtte met een lach op mijn gezicht en voelde me weer direct thuis tussen mijn luidruchtige familie. 

De volgende dag werd ik met een lach op mijn gezicht wakker. Het voelde alsof de gezelligheid van het etentje me had opgebeurd, om zo even alle ellende te vergeten. Toen ik in Micha’s bedje keek, zag ik dat hij al weg was. Die was al stilletjes uit bed geklommen en naar beneden gegaan, vermoedde ik. Ik besloot me lekker op te frissen en nam een hete douche. Daarna kleedde ik me aan. Een donkerrode wikkeljurk en zwarte lage sandalen. Ik bracht een beetje mascara op en kamde mijn lange rode haar, dat ik in een dikke vlecht over mijn schouder liet hangen. Ik nam de moeite niet om een laag foundation op mijn gezicht te smeren om de vele sproetjes te bedekken en liep mijn kamer uit, de trap af naar beneden, waar ik de verse koffie en broodjes al kon ruiken. 

Maar in de keuken was niemand. De huiskamer was ook leeg en pa’s auto was verdwenen. Ik fronste en liep naar buiten om een kijkje te nemen in de garage. Geen van mijn ouders was daar te vinden en ook Micha niet. Wel zag ik de rest van het personeel aan het werk. Gauw, om te voorkomen dat Matthew me zou zien en naar me toe zou komen, verliet ik de garage en liep terug het huis in. Op de keukentafel lag een briefje.

Goedemorgen schone slaper,
Wij zijn met Micha boodschappen gaan doen.
Geniet van je ontbijtje en neem tijd voor jezelf.
Liefs pa en ma

Ik glimlachte en liep naar het koffiezetapparaat voor een flinke mok koffie. Op de tafel stond een mandje met gebakken broodjes, een theedoek erover om de warmte een beetje in het mandje te houden. Beleg stond op het al jaren oude ronde dienblad, wat aan alle kanten beschadigd was. Ik schepte vier lepels suiker in mijn koffie en ging zitten om van een vers ontbijtje te genieten. Maar zodra ik me op de stoel liet zakken, voelde ik een heftige pijn door mijn rug trekken. Ik kreunde en drukte mijn handen tegen mijn rug, hopend dat ik de pijn een beetje zou kunnen opvangen. Dat hielp niks. Zachtjes wiegde ik mezelf heen en weer, tot de pijn afzakte. Opgelucht blies ik mijn adem uit en begon met het smeren van een broodje. Ik smeerde er flinke lagen jam op en werkte broodje na broodje weg, om het vervolgens na te spoelen met de mierzoete koffie. Pas toen er echt geen hap meer bij kon, stopte ik met eten en ruimde de boel op. En opnieuw schoot er een vreselijke pijn door mijn rug. Ik boog me voorover, wiegde heen en weer en drukte mijn handen tegen mijn onderrug. Niet nu! Nu nog niet! Gilde een stemmetje in mijn hoofd. Het is nog te vroeg! Ik heb pap en mam nodig! Ik griste mijn telefoon van het aanrecht en besloot de weeën te timen. Puffend liep ik rondjes door de keuken, probeerde te ontspannen op de bank en liep uiteindelijk naar boven om wat spullen in te pakken. Je weet maar nooit… Elke wee noteerde ik in mijn telefoon en wanhopig keek ik naar de tijd die tussen de weeën zat. Nog geen drie minuten. Ik moest naar het ziekenhuis, zo gauw mogelijk. Zo vroeg thuis bevallen zou gevaarlijk zijn voor de baby. Ik sjouwde de ingepakte tas mee naar beneden, pakte mijn sleutels en liep naar buiten, naar de Jeep.

“Leah?” 
Ik negeerde de bekende stem. Geen tijd. Ik moet nu naar het ziekenhuis. 
“Leah! Heb je even? Ik zou graag even met je praten!” Ik hoorde Matthew’s snelle voetstappen toen hij naar me toe rende. Zachtjes kreunend opende ik het portier van de Jeep en plofte de tas op de bijrijdersstoel. “Geen tijd.” gromde ik met opeengeklemde kaken. 
“Wacht…Wacht even…Wat is er aan de hand? Wat ga je doen? Gaat het wel?” 
Ik klapte het portier dicht en opende mijn mond om te antwoorden, toen ik een onmiskenbaar knap voelde en er vocht langs mijn benen liep. Een plas vormde zich tussen mijn benen.

“Oh mijn…” Matthew staarde me aan. “Is de bevalling begonnen?” De paniek was duidelijk in zijn ogen te zien. “Ik haal je ouders, ik…” 
Ik gaf een brul. “Ik moet naar het ziekenhuis! Breng me naar het ziekenhuis, de baby komt eraan. Het is nog veel te vroeg. Breng me nú naar het ziekenhuis!” 
Matthew knipperde even met zijn ogen en knikte toen. “Ja. Ja, tuurlijk.” 
Beiden stapten we in de Jeep. Ik gaf hem de sleutels en met een vaart raceten we het erf af. 

Daar was ze dan. Een minuscuul roze wormpje, gerimpeld, met licht rossige haartjes. Josie Grace, geboren met vierendertig weken en één dag. Een klein wezentje van nog geen drie kilo. Ik kon mijn ogen niet van mijn kleine dochtertje afhouden, die in de couveuse lag te slapen. Plakkertjes op haar buikje, een sonde in haar neusje. Ze droeg alleen een piepkleine luier en een roze mutsje. Een rilling liep over mijn rug, toen ik terugdacht aan hoe de bevalling was verlopen. Ik was mijn kind bijna verloren en kampte zelf met een flinke inwendige bloeding. Ik sloot mijn ogen even en voelde me verwonderd en dankbaar dat het toch nog zo goed was geëindigd. 

Een klopje op de deur deed me opkijken. Matthew stak zijn hoofd om de deur. “Mag ik binnenkomen?”
Ik knikte en werkte mezelf wat omhoog in het ziekenhuisbed. Matthew liep de kamer binnen en hield zijn adem in, toen hij een blik in de couveuse wierp. “Wat is ze mooi! Alles zit eraan…en ze is zo klein!” Met glanzende ogen keek hij me aan en ik zag zijn zachte blik, wat me mijn ogen deed neerslaan. 
“Leah…” Matthew ging op het randje van het bed zitten en pakte mijn hand vast.
“Heb je mijn ouders kunnen bereiken?” Vroeg ik.
“Ja…” Matt keek me aan en veegde een pluk haar uit mijn gezicht. “Leah ik…Ik weet dat het totaal niet handig getimed is en dat je er waarschijnlijk nog absoluut niet aan kunt denken, maar ik moet iets van mijn hart.” 

Met opgetrokken wenkbrauwen zocht ik zijn blik. “Wat is er?” 
Een zucht ontsnapte uit zijn mond. “Ik houd van je, Leah. Ik heb altijd van je gehouden.” 
Ongelovig keek ik me aan. “Wat zeg je?” 
“Je hebt me wel gehoord.” reageerde Matthew. “Ik houd van je. Met heel mijn hart.” 
Ik schudde mijn hoofd. “Je zegt heel wat anders dan je laat zien, Matt. Hoe kun je van mij houden en tegelijkertijd besluiten dat Victoria weer bij je intrekt? Ze heeft het me verteld, dat jullie je relatie weer een kans wilden geven.”
“Wat bedoel je? Onze relatie een kans geven?” 
Ik knikte. “Daarom woont ze weer bij jou, toch?” 

Matthew keek me verward aan. “Leah, Vicky woont niet bij mij. We hebben nooit besproken dat we weer bij elkaar terug zouden komen. Ik weet dat ze ziek is en ik doe wat ik kan om haar te helpen en haar te geven wat ze nodig heeft, maar dat betekent niet dat we weer samen zijn.” 
“Maar Vicky zei…” Stamelde ik.
“Oh Leah…” Matthew legde zijn hand om mijn gezicht. “Is dat de reden waarom je wegging? Is dat waarom je opeens weg wilde en me ontliep?” 
Ik wist niks meer te zeggen. Matthew tilde mijn kin wat omhoog en dwong me hem aan te kijken. Nadrukkelijk en langzaam zei hij: “Ik houd van je, Leah. Ik houd van je met heel mijn hart.” 

Spanning vloeide uit mijn lichaam toen ik zag dat hij elk woord meende. Ik slikte de tranen weg en genoot van de warmte van zijn hand, tegen mijn gezicht. “Ik houd ook van jou…” 
Zwijgend boog Matthew zich voorover en kuste me zacht en voorzichtig. 
Opnieuw klonk een klop op de deur en een verpleegster kwam binnen, met achter haar mijn ouders en Micha. Verontschuldigend keek ik Matthew aan, die geruststellend grijnsde en fluisterde: “Hier komen we nog op terug.”
Pap en mam dromden zich om ons heen en kirden opgewonden bij het zien van Josie. De verpleegster legde haar op mijn borst en op dat moment, met iedereen die ik liefhad om me heen, voelde ik me de gelukkigste vrouw op aarde.

Stay tuned, er komt nog een epiloog!
Volg je The Stout Journal al op Social Media?

Boeken

Na Jou – Hoofdstuk 9

Na jou hoofdstuk 9 tina ouders liefde verlies rouw zwanger ebook lezen online gratis boek verhaal

Verslagen door de gebeurtenis van die avond, huilde ik mezelf leeg die dagen erop. Ik stortte me op de verkoop van het huis in Nederland, nu vast hopend dat het gauw verkocht zou worden en ik de kans zou hebben om opnieuw te beginnen. Maar terwijl ik nog maar zo kort geleden in Ierland wilde blijven, wilde ik nu zo gauw mogelijk weg. Ik besloot terug te gaan naar Nederland om onafgemaakte zaken af te handelen, rekeningen te betalen, een steen op Sam’s graf te laten plaatsen en me te richten op het vinden van een baan. Ik kon niet anders denken dan dat het toch voorbestemd was voor mij om me in Nederland te settelen en daar een nieuw bestaan op te bouwen met Micha. 

Diezelfde week nam ik afscheid van mijn ouders en Micha, die de komende tijd bij hen zou blijven, zodat ik de vrijheid en ruimte zou hebben om alles op orde te krijgen. Met pijn in mijn hart sloeg ik mijn armen om Micha heen en drukte kusjes op zijn haar. “Mama komt gauw weer terug, lieverd. Mama komt je weer halen, als alles klaar is voor ons. Zul je lief zijn voor opa en oma?” 

Micha knikte. “Lief oma en lief opa.” reageerde hij wijs. 
Ik lachte door mijn tranen heen, stond op en knuffelde pap en mam. “Bedankt hiervoor, mam, pap. Ik had het zonder jullie nooit gekund.” 
Mam klopte op mijn bolle buik. “Doe voorzichtig, neem niet teveel hooi op de vork. En bel ons elke dag.” 
Pap hield me op zijn beurt stevig vast. “We gaan je missen, meisje.” 
Ik slikte en deed een stap achteruit. “Ik jullie ook. Ik houd van jullie. Zoveel!” Ik draaide me om en sprong in de Jeep. En terwijl ik achteruit reed, het pad af, zag ik Matthew de garage uitkomen. Hij veegde zijn handen af aan een smerige lap stof en keek teleurgesteld, verdrietig. Ik keek weg, draaide de weg op en vertrok. 

Het was vreemd om weer binnen te stappen in een groot huis, waar niet meer geleefd werd. Het voelde vreemd om nog steeds die bekende geuren te ruiken, de spullen te zien. Alsof ik het herinnerde uit mijn vorige leven. Uit een film.  Er lag een laag stof op de houten meubels en op de keukentafel lagen hoge stapels ongeopende post. Kranten, tijdschriften, folders en reclame. Brieven en kaartjes van Sam’s familie, onze vrienden en bekenden. Ik liet mijn tas van mijn schouder vallen en liet mijn hand over het brede dressoir gaan, de trots van Sam. Hij maakte het meubelstuk zelf, als middelpunt van de aandacht in de huiskamer. En als een zware deken overviel opeens de vermoeidheid mij. Het overdekte me en ik wist dat ik het niet langer vol zou houden zo. Ik sleepte mezelf naar boven, waar ik me op het onopgemaakte tweepersoonsbed liet vallen. 

Ik schrok op van het schelle geluid van mijn telefoon, griste het ding van het nachtkastje en nam op. “Leah Jacobs.” 
“Mevrouw Jacobs, u spreekt met Paul Van Diepen, makelaar bij Van Diepen en Klaver. U had contact met mijn collega gehad over de verkoop van uw huis.” 
Ik werkte mezelf moeizaam overeind. “Ah ja! Wat kan ik voor u doen?” 
“We wilden graag een afspraak maken om foto’s te komen maken voor op de website. Is het mogelijk dat we binnenkort eens langskomen?” 
Ik klemde de telefoon tussen mijn oor en schouder en stond op van het bed, om naar beneden te lopen. “Natuurlijk, hoe eerder hoe beter.” 

De man lachte. “Dat klinkt alsof u haast heeft. Is morgen een optie voor u? In de ochtend?” 
Ik greep mijn agenda uit mijn tas, om me vervolgens te herinneren dat ik totaal geen afspraken had staan sinds het overlijden van Sam. Ik hield niks meer bij en had niemand waar ik rekening mee moest houden. “Ja natuurlijk. Hoe laat had u in gedachten?” 
“Als half tien niet te vroeg voor u is, dan zou ik graag dan voor de deur staan.” Antwoordde Paul.
“Helemaal prima.” Ik vond een pen onderin mijn tas en schreef de afspraak op. Waarom wist ik niet, want ik zou het hoe dan ook weer vergeten en absoluut niet in de agenda kijken. Ik was het drukke leven met werkdagen, afspraken in het ziekenhuis en het halen en brengen van Micha bij het kinderdagverblijf een beetje vergeten. Ik zei de beste man gedag en verbrak de verbinding. 

Drie weken spendeerde ik in Nederland. In mijn eentje koos ik een grafsteen uit voor Sam en een passende inscriptie. Alleen stond ik bij het graf, toen de steen geplaatst werd, in een simpel zwart jurkje, een zwarte panty en oude afgetrapte pumps. Ik staarde naar de plaats waar mijn man begraven lag. Ik voelde me leeg. Met mijn handen om mijn dikke buik, vertelde ik Sam zonder een woord hardop te zeggen, dat ik ons tweede kindje verwachtte. Ik vertelde hem dat ik dit kleine kindje zou vertellen over zijn of haar vader, de liefste vader die er ooit bestond. De vader die zo dapper streed tegen zijn ziekte, maar het toch moest verliezen. De vader die al zijn liefde had gegeven aan Micha en ook zielsveel van dit tweede kindje gehouden zou hebben. Ik vertelde hem hoe erg we hem misten en hoe moeilijk het was om door te gaan zonder hem. Daarna nam ik in stilte afscheid. Ik nam afscheid van een verleden van pijn en verdriet. Ik nam afscheid van mijn man, die ik niet meer terug zou zien. De man die me achter had gelaten met twee kinderen.

Na het plaatsen, draaide ik me om en liep over de lange paden naar de parkeerplaats, naast de begraafplaats. Ik stapte in de auto en reed naar het aanliggende dorp, waar Sam’s ouders woonden. Met lood in mijn schoenen baande ik een weg naar de voordeur over het grind en belde aan.
De deur werd al gauw met een zwaai geopend en Sam’s moeder keek me glimlachend aan. Ze droeg een Burberry blouse met een bijpassende beige rok en leren sandalen. “Leah, wat fijn je weer eens te zien.” Zei ze. “Kom gauw binnen. We hebben je gemist de afgelopen tijd.” 

Ik liep haar achterna door de hal en de keuken, naar de achtertuin, waar ook Sam’s vader zat, op de veranda. Hij keek op van zijn boek, hing zijn sigaar in zijn mondhoek en grijnsde hartelijk naar me. “Daar is ze dan eindelijk!” bulderde hij. Hij stond op en schudde ruw mijn hand. “Wat een plezier om je te zien, Leah. Hoe gaat het met je?” Hij gebaarde me te gaan zitten, waarna ik plaats nam op het randje van een tuinstoel. Ik bekeek Sam’s vader eens goed. Zijn zout en peper kleurige haar was in een keurige zijscheiding gekamd en golfde over zijn voorhoofd. Hij droeg een kraakhelder wit poloshirt en had een baby blauw vest over zijn schouders liggen. Onder zijn donkerblauwe korte broek staken bruine gladde benen en zijn voeten zaten in dure cognac kleurige instappers. Dat de familie Jacobs geld had, was wel duidelijk aan hen te zien. En anders kon je het wel horen als ze het hadden over hun favoriete bezigheid: golven. 

“Lust je een glas ijsthee? Zelf gemaakt!” Kwam Sam’s moeder tussen beiden, voor ik antwoord op Benjamins vraag kon geven. 
Ik knikte. “Heel graag, dank je, Tina.” 
Het bleef even stil, tot Tina me het glas aanreikte en ook ging zitten. “Hoe kom je hier zo verzeild? Kunnen we iets voor je betekenen?” 
Ik boog mijn hoofd, bloosde licht. “Ik kom net van de begraafplaats. Vanmorgen is de steen op Sam’s graf geplaatst.” 
Alsof ik zojuist had verteld dat ik hun kat overreden had, zo ijzig stil bleef het. Sam’s ouders staarden me allebei wezenloos aan. 
“Pardon?” stamelde Benjamin, Sam’s vader even later.

Tina snoof ongemakkelijk. “Nou, dat is me ook wat zeg.” sneerde ze toen. “Het was toch wel fijn geweest als je ons erbij had betrokken. Een steen uitgezocht, zonder Sam’s bloedeigen ouders in te lichten. En de tekst dan?” Tina ratelde door.
Ik voelde mezelf verstijven en wist niet wat ik moest zeggen. 
“Maria zal ook wel flink overstuur zijn!” voegde Benjamin eraan toe, doelend op Sam’s zus. 
“Het spijt me,” fluisterde ik, “Het was iets waarvan ik voelde dat ik het alleen moest doen. Sam en ik hebben het er vaak over gehad. Ik wist precies wat hij wilde.”

Opnieuw snoof Tina. “Denk je niet dat het voor ons ook meerwaarde had gehad als we bij de plaatsing zouden zijn geweest? En de tekst op de steen…ik zou het toch graag gezien hebben voor het definitief was!” 
Ik knikte onderdanig. “Ik begrijp het. Het spijt me. Ik wilde niemand voor het hoofd stoten, maar…”
“Je hebt ook totaal geen moeite gedaan om maar enig contact met ons te zoeken na Sam’s dood. En nu sta je zomaar op de stoep met dit nieuws! Waar ben je al die tijd geweest?” Klonk Tina’s schelle stem over de mijne heen. 
“Ik moest hier weg…” mompelde ik bijna onhoorbaar. “Ik kon het niet meer volhouden in dat huis.” Instinctief legde ik mijn handen op mijn buik en ik zag hoe vier paar ogen dat gebaar volgden. Beiden snakten ze naar adem. 

“Hoe is het mogelijk! Wat een schande!” Tina stond op en wees met haar priemende vinger naar de deur. “Hoe durf je!” Schreeuwde ze. “Eruit!” 
“Wacht!” Riep ik, “Wacht! Het is niet wat jullie denken! Dit…dit is…Deze baby is van Sam…Ik kwam er pas achter na zijn overlijden. Hij…we…We wilden zo graag een tweede kindje, maar Sam heeft nooit geweten dat ik in verwachting ben van zijn tweede kindje.” Uitgeput liet ik de tranen, die achter mijn ogen brandden, lopen. “Hij zou zo gelukkig zijn geweest…” 
Opnieuw staarden Sam’s ouders me aan. 
“En nu?” Vroeg Tina. “Wat ben je nu van plan?” 

Ik haalde mijn schouders op. “Ik weet het niet. Ons huis staat te koop. Ik weet nog niet waar ik heen ga. Misschien blijf ik hier in Nederland, maar misschien is het voor mij en de kinderen beter als ik terug ga naar Ierland, vlak bij mijn ouders.” 
Tina schudde haar hoofd. “Je weet niet wat je ons aandoet, Leah.” Zei ze strak. “Onze zoon is dood, jij verdwijnt en je ontneemt ons onze enige kleinkinderen ook nog!” 
Verbluft keek ik haar aan. “Moet ik dan hier blijven? Ik heb hier niks! Er is hier niks waardevols dat me doet blijven.” 

“En Micha dan? En de baby? Hoe denk je dat het voor ons voelt om hen nooit meer te zien als jij besluit te vertrekken?” Tina wees voor de tweede keer naar de deur. “Ik denk dat het beter is dat je gaat. Ik hoop dat je goed nadenkt voordat je iets beslist en ook eens denkt aan anderen, in plaats van alleen aan jezelf.” Tina draaide me de rug toe. Benjamin pakte zijn boek weer op en deed alsof ik niet bestond. 
Ik zuchtte, pakte mijn tas van de grond en vertrok. Ik wist wel dat het niet zo slim was om hen niet te betrekken bij alles rondom de steen, maar was het wel eerlijk dat zij zoveel van mij verwachtten?

Eenmaal thuisgekomen, schopte ik mijn pumps uit en stroopte de panty van mijn benen. Op blote voeten liep ik naar de huiskamer, waar ik bij de stereo bleef staan. Een oud beestje. En ook al hadden we veel betere techniek tegenwoordig en lagen er minstens drie iPods in huis, bleef dit apparaat toch ons favoriet. Mijn blik gleed over de tientallen CD’s die ernaast stonden, netjes gesorteerd op alfabet. Ik liet mijn vinger over de rij gaan en koos een CD, die Sam zelf ooit eens had samengesteld. Ik zette de stereo aan, sloot mijn ogen en met een hoofd vol verwarrende gedachten, liet ik de bekende klanken over me heen komen. Pas toen ik enigszins rust kreeg, opende ik mijn ogen en besloot het hele huis van onder tot boven een goede poetsbeurt te geven. 

Volg je The Stout Journal al op Social Media?

Boeken

Na Jou – Hoofdstuk 8

na jou hoofdstuk 8 matt victoria roman liefde verlies rouw ebook gratis lezen online

De weken die volgden probeerde ik Matthew te ontlopen, niet wetend wat ik nu van de situatie moest denken. Ik miste Sam, zijn geur, zijn lach en zijn warme aanwezigheid. Ik voelde me schuldig om mijn verraad. Het had nooit mogen gebeuren, zo snel na het verliezen van Sam. Wat zou men wel niet denken als ik aankwam met een nieuwe vlam? Er zou geheid over me geroddeld worden. Die is haar man gauw vergeten. Ze stapt zo over naar de volgende. Hoort ze niet te rouwen in plaats van genegenheid zoeken bij een ander? Arme Micha; net zijn vader kwijt en zijn moeder leeft door alsof het nooit gebeurd is. Ze heeft twee gezichten, die Leah. Ze leek zo’n zorgzame vrouw, maar kijk nu eens! 

Ik zorgde ervoor dat ik tijdens de lunch zo ver mogelijk bij Matt vandaan zat en wierp me op het de administratie van de garage. Ik hield me afzijdig van de grapjes die op de werkvloer gemaakt werden en maakte dat ik de garage uitkwam, zodra mijn werk voor die dag gedaan was. Als een zombie leefde ik en deed ik de dingen die moesten. Bezoekjes aan de verloskundige, het helpen in de keuken en de afbetaling van verschillende facturen, die maar niet minder werden. De weken van de zwangerschap vlogen voorbij, zonder dat ik er veel aandacht voor had. Ik stond er amper bij stil. Natuurlijk wist ik dat er een kindje in mijn buik groeide, maar voelde er niet veel bij. Ik wimpelde Matthew’s pogingen om een gesprek aan te knopen weg met smoesjes en probeerde in het gezelschap van mijn ouders en Micha zoveel mogelijk normaal te doen. 

“Koffie of thee?” Mam kwam de huiskamer in, waar ik in de grote stoel genesteld zat, met een boek op schoot. Een boek, waar ik nog geen letter van gelezen had, al staarde ik al meer dan een halfuur naar de pagina waar ik het boek had opengeslagen. Het was bijna half negen in de avond. Mam wa net klaar met het opruimen en schoonmaken in de keuken, pap had zich al op zijn vaste plekje op de bank laten zakken met de krant. 

Ik keek op. “Thee graag.” 
“Jack?” riep mam, kijkend naar papa. “Koffie?”
Een bevestigend gebrom was het antwoord. 
Mam liep terug naar de keuken en haalde de koffie, thee en een vers gebakken cake. Ze zette een dampende mok voor mijn neus en hield me de cake voor. “Eet wat, Leah.” 
Ik pakte een dikke plak cake van de schaal en nam een grote hap. Mam gaf pap zijn koffie en cake en kwam toen naast me zitten. “Hoe is het nu met je, lieverd?” 
Ik kauwde op de zoete hap en spoelde het weg met gloeiend hete thee. “Goed hoor.” 
Zwijgend keek mam me aan, wachtend op een serieus antwoord. 

“Ik wil het huis in Nederland verkopen.” gooide ik er toen uit. “Ik ben niet van plan in dat huis te blijven wonen. Het geeft teveel herinneringen, teveel pijn en sowieso…het huis is te groot voor mij en Micha samen.”
Mam gaf me een klopje op mijn buik. “En deze kleine.”
“Oh ja.” Mompelde ik. “En de baby…”
Mijn vader vouwde zijn krant op en keek naar ons op. “Ik denk dat het een goede keuze is om het huis te verkopen.” Stemde hij in. “Maar waar wil je dan heen?” 
Een beetje verlegen verkruimelde ik mijn cake. “Ik hoopte dat ik een poosje hier zou kunnen blijven tot na de bevalling. Als dat geen mogelijkheid is, wil ik met alle…”
“Natuurlijk mag dat, schat!” Mam pakte mijn hand en drukte een kus op mijn knokkels. “Blijf zolang je wilt, ja toch, Jack?” 
Pa knikte. “Zolang je wilt, kind. Er zal altijd een plekje voor je zijn hier. En werk ook.” 

“Matthew zal het ook wel fijn nieuws vinden.” Ging mam verder. 
Ik fronste. “Matt?” 
Mam glimlachte. “Ach lieverd…je hoeft niet te doen alsof je neus bloedt. Het is helder dat jullie het meer dan gezellig hebben samen. Daarbij kunnen Matthew en Micha het ook erg goed met elkaar vinden.”
“Er is niks tussen ons.” Bromde ik.
“Niks?” Mam trok haar wenkbrauwen op. “Je bent al weken uit je doen en je ontloopt hem constant. Mij maak je niet wijs dat er niks is.” 
“Ik ben Sam net verloren, mam…” Ik voelde tranen opkomen. “Oh…Ik had nooit…” 

Mam pakte mijn handen in de hare. “Je bent je man verloren. Je bent in rouw, maar dat betekent niet dat je geen gevoelens voor iemand anders kunt en mag hebben. Het voelt misschien onwennig en oneerlijk tegenover Sam, maar liefde houd je niet tegen.” 
“Wat zullen mensen wel niet van me denken?” fluisterde ik schor. 
Een paar armen om me heen was het antwoord. “Kom hier…” fluisterde mam terug. “Als jij je er goed bij voelt, als het voor jullie beiden goed voelt…geef je er dan gewoon aan over. Je kunt het rustig aan doen, niemand legt er druk op, maar alsjeblieft…denk aan je eigen geluk.” 
Ik sloot mijn ogen en zuchtte. Kan ik dat? Aan mijn eigen geluk denken?

Half negen in de avond. Aarzelend liep ik naar de deur van de kleine bungalow. Er brandde licht en ik zag beweging door de ramen. Even wilde ik me omkeren en weer in de auto stappen, maar ik haalde diep adem en drukte op de bel. Ergens in het huis klonk gestommel en even later werd de deur geopend. 
Matthew stond in de deuropening, zijn ogen straalden vermoeidheid uit, onzekerheid en zijn gezicht zag er afgetobd uit. 
“Hoi.” Mijn stem klonk schor en ik probeerde een glimlach te produceren.
“Leah…” 

Ik deed een stap vooruit. “Mag ik binnenkomen?”
Matthew wierp een blik over zijn schouder, de gang in. “Ik weet niet of het een goed moment is, Leah, ik…”
Opeens klonk er een schelle stem uit het huis. “Wie is dat, Matt? Is dat Leah? Je laat haar toch niet buiten staan?”
Matthew zuchtte en zwaaide de deur verder open, zodat ik me langs hem heen kon wurmen, naar binnen. Hij sloot de deur achter me en leidde me naar de kleine huiskamer, waar ik een magere, bleke gedaante op de bank zag liggen, onder een dun wit laken. Koude blauwe ogen en gitzwart haar, wat de kleur van de huid nog fletser deed lijken. De jukbeenderen staken uit, alsof deze persoon voor een lange tijd was uitgehongerd. “Hallo Leah.” De mond van de vrouw bewoog niet, maar toch sprak ze mijn naam. En pas toen ik haar mijn naam hoorde zeggen, herkende ik haar. Victoria Moore. IJskonijn uit mijn jeugd. Ik knipperde geschrokken met mijn ogen. Zo slank en knap als ze altijd was geweest, zo onaantrekkelijk en ellendig zag ze er nu uit. Haar ogen lagen diep in de kassen, ze was vel over been. Ik slikte en liet me op een stoel zakken, tegenover de bank waarop ze lag. 

“Dat is nog eens lang geleden.” Kraakte Victoria.
Ik perste er een lachje uit. “Dat kun je wel zeggen ja. Dat moet minstens tien jaar geleden zijn. Ik zat nog op school toen ik je voor het laatst zag. Volgens mij spraken we elkaar voor het laatst op je diploma uitreiking.” Ik keek naar Matt, die achter me stond, leunend tegen de deurpost, niet wetend wat hij moest. 
“Matt, wat een gastheer ben je toch ook,” grinnikte Victoria. “Ga even wat te drinken halen voor Leah hier. Je laat je gasten toch niet uitdrogen?” Ze knipoogde naar mij. “Hij is nooit zo’n fantastische gastheer geweest. Meneer droomt weg en denkt niet meer aan de mensen om hem heen.” 
Ik schaterlachte en verbaasde me over de verandering die ik in Victoria zag, vergeleken met de persoon die ze tien jaar geleden was. Qua uiterlijk, maar vooral qua innerlijk. Nog nooit eerder had ze me echt een blik waardig gekeurd en al helemaal niet gezellig een gesprek met mij aangeknoopt. 

Matt bromde wat en liep naar de keuken. Ik giechelde nog na om Victoria’s woorden en ging wat comfortabeler zitten.
“Ik weet wat je hier komt doen, Leah.” Ik keek verward op. Weg was de sprankelende klank in Victoria’s stem. Ze klonk koud, kil en kwaad. Haar ogen werden donker en ze keek me strak aan. 
“Pardon?” 
Victoria snoof. “Je denkt toch niet dat ik gek ben? Je liep vroeger al als een hondje achter Matthew’s reet aan. Ik kan je niet zeggen hoe ontzettend irritant je was. Alsof hij stroop aan zijn kont had zitten. Een kwijlende bakvis was je. En nu je weet dat hij weer gescheiden is, kom je weer terug kruipen.” 
Verstomd staarde ik haar aan, mijn mond zakte open. 
“Als je maar niet denkt dat ik me zo makkelijk gewonnen geef. Hij is mijn man. Ik ben met hem getrouwd. Ga je geluk ergens anders zoeken, Leah.” 
Mijn hoofd tolde. Gebeurde dit echt? Ik kon er niet bij. Zo ziek, zwak, maar nog zoveel kracht en haat. En waarom?
“Ik heb helemaal niet de bedoeling…” Stamelde ik.

“Matt had je beter meteen kunnen vertellen dat je geen kans hebt. Twee weken geleden vroeg hij me om weer bij hem in te trekken. Matt zal altijd van mij zijn, Leah. Laat ons met rust.” Siste ze bijna onhoorbaar, toen Matthew’s voetstappen klonken. “Blijf bij ons uit de buurt.” 
Matthew stapte de kamer binnen met een kop koffie in zijn handen. Met een schaapachtige lach reikte hij me die aan. 
“Kijk, wat een gentleman.” Kirde Victoria, alsof ons gesprek van net niet was gebeurd. 
Ik stond op van mijn stoel en hief mijn handen op naar Matt. “Het spijt me, ik denk dat ik beter kan gaan.” Ik negeerde de koffie in zijn handen en schoof langs hem heen, beende door de gang en verliet zo snel mogelijk de bungalow. 

Tranen stroomden over mijn wangen, terwijl ik de auto instapte en de motor startte. Het was al zo’n hoge drempel geweest om naar Matthew toe te gaan, om mijn gevoelens te bekennen. Snakkend naar adem liet ik mijn hoofd tegen het stuur zakken. Ik had al mijn moed bij elkaar verzameld, hopend dat Matthew mijn gevoelens zou beantwoorden. Als ik terug dacht aan de kus die we hadden gedeeld, kon dat niet anders. Toch?
Snikkend reed ik het erf af, half verblind door de tranen. Ik had te lang gewacht. Hij had zijn geluk ergens anders gezocht. Hij had besloten zijn liefde te geven aan de vrouw waarmee hij eens getrouwd was. De vrouw die hem verliet. En ik stond weer alleen.

Volg je The Stout Journal al op Social Media?

Boeken

Na Jou – Hoofdstuk 7

na jou hoofdstuk 7 vissen kus zoenen matthew leah verhaal ebook boek short story roman romantisch liefde verlies rouw

Ik ben niet jaloers op Victoria Moore. Geïrriteerd sloot ik de computer af en keek fronsend door de werkplaats. De mannen waren bezig met hun gereedschap opruimen voor de dag en haalden een bezem over de vloer heen. Ik ben nooit jaloers op haar geweest. En nu ook niet. Waarom zou ik jaloers zijn op een ijskonijn zonder gevoel? Waarom zou ik jaloers zijn op een zieke vrouw?
Ik stond op en liep achter de balie vandaan, naar de de deur.
“Leah! Wacht!” Matthew nam een sprintje naar de deur, die ik net achter me dicht wilde gooien. “Wacht! Ik moet je wat vragen.” 
Ik keek afwachtend naar hem om.
“Vind je het goed als ik Micha meeneem voor een middagje vissen morgen? Hij heeft me er al een paar keer om gevraagd. Ik zou het erg leuk vinden.” 
Ik twijfelde. Vissen? Micha? “Is dat niet een beetje gevaarlijk?” 

Matthew haalde zijn schouders op. “Als het je rust geeft, kun je ook meegaan. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, toch?” Hij schonk me een brede glimlach. “Toe, ga met ons mee!” 
Ik haalde mijn schouders op. “Okee. Vissen. Hoe laat moeten we klaarstaan?”
“Ik haal jullie op om half twee. En Leah?” Matt liet zijn ogen over mijn lichaam glijden, van boven naar beneden en weer terug. Toen zijn ogen de mijne weer ontmoetten, grijnsde hij jongensachtig. “Draag iets wat comfortabel zit en wat vies mag worden.” 
Blozend sloeg ik mijn ogen neer en keek naar de beige pumps die ik droeg, de zwarte leren kokerrok en het bijpassende truitje. Toen draaide ik me om en liep de garage uit. 

Het was ronduit heet die volgende middag. Ik had minstens een half uur naar de kleren gekeken, die ik had uitgestald op mijn bed. Zes setjes. Het enige wat ik had meegenomen in mijn koffer voor de twee weken dat ik had willen blijven in Ierland. Uiteindelijk koos ik een paar legergroene shorts en een wit hemdje. Ik bond mijn haar in een hoge paardenstaart en schoof mijn voeten in witte gympen. Ik griste een pet van het bed en propte die in mijn tas, die al uitpuilde door de snacks die mam voor ons had klaargemaakt en de flesjes ijskoud citroenwater. Voor Micha had ik een extra setje kleren ingepakt, voor het geval hij erg vies of nat zou worden. Nog één keer keek ik in de spiegel en wierp een blik op de klok. Tijd om te gaan. Matthew zou vast al op ons wachten. Ik rende naar beneden, nam de trap met twee treden tegelijk en zag dat ook Micha al klaarstond bij de achterdeur in de keuken. “Ben je klaar, kanjer?” Vroeg ik hem opgewekt.

Micha stond te wiebelen op zijn tenen en ik zag de enthousiasme in zijn ogen fonkelen. “Visjes vangen, mama!” Riep hij, terwijl hij in zijn handen klapte van plezier. Ik lachte en nam hem bij de hand. “Kom op, dan gaan we.” Ik zwaaide naar mam, die aan de keukentafel de krant zat te lezen, terwijl er naast haar een grote mengkom stond, waar deeg voor brood in rees. 
Buiten sloeg de hitte ons in het gezicht. Ik voelde druppels zweet op mijn voorhoofd vormen, veegde ze weg en leidde Micha naar de pick-up, waar Matthew al zat te wachten. Zachte country muziek klonk ons tegemoet. Ik tilde Micha de auto in en nam zelf plaats naast hem.
“Zijn jullie er klaar voor?” Matthew leek zelf net zo enthousiast als Micha te zijn. “Laten we hopen dat de vissen happen!” Hij zette de auto in de eerste versnelling en met een vaart schoten we het erf af.

Ik had het kunnen weten: vissen was niet mijn ding. Ik griezelde als er wormen aan de haak werden gespiest en eigenlijk kon ik het niet aanzien dat diezelfde haak de vissen pijn deed. Gelukkig nam Matthew het werk op zich. Het enige wat ik hoefde te doen was in mijn klapstoeltje zitten met de hengel. Micha rende om ons heen, dolblij en gilde opgewonden als hij ook maar enige beweging zag in het water. Matthew liet hem zijn hengel vasthouden en samen haalden ze een paar kleine visjes binnen. Matthew haalde ze van de haak en gaf ze een klap op hun kop om ze te doden. Ik was blij dat ze meteen uit hun lijden werden verlost. 
“Wat ga je nu met die vissen doen?” Vroeg ik hem, terwijl ik mijn lijn opnieuw uitgooide, met een bungelende worm aan de haak.
“Opeten!” Lachte Matthew. “Het zou zonde zijn om vissen te vangen en te doden om ze vervolgens weg te gooien.” Met Micha op schoot, zat hij op zijn gemakje naar zijn dobber te staren. 

Ik nam de tijd om hem eens goed te bekijken. Hij droeg een oude spijkerbroek met een wit shirt dat strak om zijn borst en armen spande en laarzen. En terwijl ik regelmatig met mijn handen wapperde voor wat koele lucht, leek Matthew geen problemen te hebben met de warmte. Zijn zwarte haar was te lang en krulde in zijn nek. Zijn huid was gebruind door de zon, zijn stoppelbaardje zorgde voor een donkere schaduw op zijn kaken. 

Ik werd echter ruw uit mijn dagdroom gehaald, doordat mijn hengel bewoog. “Oh!” Gilde ik geschrokken, terwijl ik opsprong en als een malle de lijn begon in te halen. Ik trok de hengel omhoog. Achter me hoorde ik de jongens lachen. Ik trok harder en deed nog harder mijn best om de lijn in te halen. “Ik heb beet! Oh, Ik heb een vis aan de haak!” gilde ik weer, een beetje paniekerig. “Wat moet ik doen?” Nog eens gaf ik een ruk aan de hengel en zodra ik dat deed, gleed mijn voet weg in het gras. Met een brul viel ik voorover de rivier in. Sputterend kwam ik boven water. Vanaf de kant greep Matthew mijn hand en trok me terug op de kant. Wankelend deed ik een poging om stevig op beide voeten te blijven staan, maar door de glibberige grond, gleed ik opnieuw weg. 

“Ho!” Matt trok me tegen zich aan en hield zijn armen om me heen. Een moment keken we elkaar ademloos aan, onze gezichten raakten elkaar bijna. Ik voelde mijn hart een slag overslaan en kijkend in zijn ogen, wist ik wat er ging gebeuren. 
Matthew boog zich voorover om de laatste afstand te overbruggen en drukte zijn lippen zacht op de mijne. Het leek wel alsof mijn verstand me op dat moment werd uitgeschakeld en het verlangen het overnam. Ik legde mijn handen om zijn achterhoofd en trok hem dichter naar me toe, terwijl ik toegaf aan de kus. Ik voelde mezelf warm worden van binnen, alsof er een vuurtje diep binnen in mij werd opgestookt. Matt’s greep om mijn middel verstevigde, wat werkte als olie op mijn vuurtje. Ik ging op mijn tenen staan om de kus te kunnen verdiepen, waarop Matthew me een stukje optilde. Dicht tegen hem aangedrukt, hing ik een paar centimeter in de lucht. Ik snoof zijn luchtje op, mannelijk, fris en zoet. Het rook vertrouwd, alsof ik niet anders gewend was dan zijn luchtje. Ik haakte mijn benen achter de zijne, maar werd wreed verstoord door een iel kinderstemmetje.
“Mama?” 

In een oogwenk wurmde ik me los en strompelde geschrokken achteruit. Ik zag de verwarring die ik zelf voelde, weerspiegeld in de ogen van Matthew. Ik keek weg, vermeed zijn blik.
“Micha ook zwemmen!” Hoorde ik Micha roepen. “Micha ook zwemmen mama?” Ik gaf hem een aai over zijn krullen, zonder een woord te zeggen. En ook al was het warm, ik voelde een rilling van kou door mijn lichaam gaan. Tegelijkertijd schreeuwde mijn lichaam om meer van wat het net had gehad. Ik beet op mijn lip en knikte naar het water. “We zijn een hengel kwijt.” 
Matthew volgde mijn blik en haalde een hand door zijn haar. “Ja…de hengel…” 
“Ik denk dat we beter naar huis kunnen gaan.” zei ik voorzichtig. “Ik krijg het koud.” 
Gelaten knikte Matthew en in stilte pakten we de spullen in om naar huis te gaan. Ik zette Micha in de auto en wilde zelf instappen, toen Matthew me tegenhield, met één hand op mijn arm. “Leah…” 
Ik durfde hem niet aan te kijken. Matt tilde mijn kin op met zijn hand en dwong me hem aan te kijken. “Als ik te ver ben gegaan, dan…” 

Ik negeerde het stemmetje in mijn hoofd en legde hem het zwijgen op door hem naar me toe te trekken en hem te zoenen. Leunend tegen de auto liet hij het over zich heen komen, zijn handen liefkoosden mijn bovenarmen. Een tinteling ging door mijn hele lichaam, tot in mijn tenen. Ik haalde mijn handen door de krullen in zijn nek en glimlachte toen Matthew toehapte en me weer tegen zich aan trok. Even was er niemand anders op de wereld dan alleen wij. even vergat ik Micha, die in de auto zat. Even dacht ik niet na over de afgelopen maanden, over Sam, zijn ziekbed en zijn overlijden. Mathew hapte naar adem en blozend verbrak ik de kus en stapte de auto in. Matt liep om de auto heen en nam plaats achter het stuur. Zonder een woord te wisselen reden we naar huis. Ik deed de gordel af en pakte Micha op, die gedurende de rit tegen mij aan had liggen slapen.

“Bedankt voor vandaag, voor het vissen.” fluisterde ik tegen Matt. “En de hengel vergoed ik natuurlijk.” 
“Leah…” Matt schudde zijn hoofd. “Doe niet zo raar. Wat boeit mij die hengel nu?” Hij keek me doordringend aan. “Ik denk dat we moeten praten over wat er straks gebeurde.” 
Praten? Als door een wesp gestoken sprong ik de auto uit. “Misschien een andere keer.” Zei ik gehaast. “Bedankt voor de fijne middag.” Ik gooide het portier dicht en droeg Micha naar binnen. Vaag hoorde ik hoe de pick-up het erf weer afreed. Ik zuchtte en slikte mijn schuldgevoel weg. Wat heb ik gedaan? Sam is nog maar zo kort geleden van me weggenomen en ik sta zomaar een andere man te zoenen, alsof Sam nooit heeft bestaan. Ik heb hem verraden! 

Volg je The Stout Journal al op Social Media?

Boeken

Na Jou – Hoofdstuk 6

na jou hoofdstuk 6 victoria boek ebook verhaal story short roman liefde romantisch lezen online e-book

Zuchtend woelde ik met mijn handen door mijn haar, terwijl ik naar het scherm van de laptop staarde. Voor de zoveelste avond op rij had ik me opgesloten in mijn oude kinderkamer, met de stapels post die waren binnengekomen, waarvan de meeste rekeningen waren. Ik beet op mijn lip, terwijl ik mijn blik over rekening na rekening liet glijden. Hypotheek, gas, water en licht, de flinke factuur van de begrafenis, de catering van die dag, telefoonrekening, internet… Ik wist niet meer welke facturen prioriteit hadden. De stapel was zo hoog geworden, dat mijn hoofd ervan overliep. Hoe kon ik nu ooit een goede keuze maken over mijn toekomst? Nog eens keek ik naar het scherm van de laptop, waar het saldo van mijn bankrekening brutaal naar me terug staarde. Op mijn rekenmachine telde ik uit hoeveel salaris ik zou krijgen deze maand, van het werk in de garage, wetend dat het nooit genoeg zou zijn.  Ik wist niet meer waar ik beginnen moest en wat wijsheid zou zijn om te doen. Moest ik terug naar Nederland en daar weer aan het werk gaan in het onderwijs? Hoe lang zou ik uitstel van betalen kunnen krijgen? En het huis? Hoe kon ik ooit het huis in mijn eentje blijven betalen? Met een gefrustreerde en vermoeide grom, veegde ik de papieren van mijn bed, klapte de laptop dicht en liet me achterover vallen in de verzameling kussens. Niet vanavond. Niet nu. Ik kon het niet. Beslissen, helder nadenken. Ik voelde tranen opkomen, draaide me op mijn zij en sloot mijn ogen. Niet nu. 

Ook al had ik geen druppel gedronken gisteravond, toch voelde ik me flink belabberd. Ik had onrustig geslapen, werd constant wakker, zwetend, in de greep gehouden door nachtmerries. Ik slingerde mijn benen buiten het oude Franse bed en wreef in mijn gezwollen ogen. in het ledikantje aan de andere kant van mijn kamer lag Micha nog op zijn zij te slapen. Op mijn tenen liep ik naar zijn bedje toe en trok de deken over zijn schouders op, tot aan zijn kin. Hij gaf geen kik, merkte niet eens dat ik bij zijn bed stond. Tevreden met zijn duim half in zijn mond en zijn knuffel konijn tegen zijn wang gedrukt, sliep hij verder. Ik graaide de kleren van gisteren van de stoel en sloot me op in de badkamer om mezelf aan te kleden en enigszins toonbaar te maken voor de dag. Toen ik in de spiegel keek, had ik niet veel hoop om een beetje elegant voor de dag te komen. Al wist ik dat mijn ogen gezwollen zouden zijn van het late opblijven, slechte slapen, huilen en het te weinig water drinken, ik had toch een beter beeld verwacht. Met een zucht waste ik mijn gezicht en besloot in de keuken twee plakjes komkommer op mijn ogen te leggen om de zwelling te verminderen. Mijn haar schoof ik omhoog in een rommelige knot en ik stapte in mijn lange witte zomerjurk. Daaroverheen trok ik mijn spijkerjasje aan en liep zo zachtjes als ik kon door de slaapkamer naar de overloop, waar ik de trap naar beneden nam. 

In de keuken was het nog stil en leeg. Ik opende de koelkast, op zoek naar komkommer, maar het enige wat ik tegenkwam was een pot augurken. Ik besloot dat dit bijna hetzelfde was als komkommer en het vast ook tegen de zwellingen zou helpen. Ik viste een augurk uit het potje en sneed er twee plakjes vanaf. Ik ging op een stoel zitten en drukte de koude, zuur ruikende plakjes op mijn ogen. Mijn hoofd hield ik achterover, zodat ze niet van mijn ogen zouden vallen. 

Ik weet niet hoe lang ik daar gezeten had, toen ik de stem van mijn moeder door de ruimte hoorde galmen: “Waarom ruikt het hier zo zuur?”
Ik schrok op en de plakjes augurk vielen op tafel.
Met grote ogen keek mam me aan. “Kind, waar ben je mee bezig? Wat is er met je ogen gebeurd?” Haar blik viel op de aangesneden augurk op het aanrecht, de plakjes op tafel en mijn gezwollen ogen. 

“Er was geen komkommer.” Stamelde ik. “Mijn ogen…”
Mam keek me bezorgd aan, maar begon toen hard te lachen. “Azijn op je ogen? Dat maakt het alleen maar erger! Heb je jezelf al in de spiegel bekeken?” Grinnikend ruimde ze de restjes augurk op, pakte een zak bevroren erwtjes uit de vriezer en gaf me die. “Hier. Maak je ogen schoon en koel ze met deze zak.” Hoofdschuddend en nog steeds met een grijns op haar gezicht ging ze daarna bezig met het ontbijt. 
Een beetje beschaamd waste ik de azijn van mijn ogen en drukte de zak erwtjes tegen mijn dikke oogleden. 

Tegen de tijd dat ook mijn vader de trap af kwam met Micha op zijn arm, was de ergste zwelling al afgenomen. Ik legde de erwtjes terug en hielp mam met het ontbijt. En ook al was het duidelijk dat ik had gehuild en wist ik zeker dat iedereen het wist, werd er geen woord over gerept. 
Na de lunch en het opruimen van de vuile vaat, trok ik mijn schoenen aan voor de dagelijkse wandeling. Matthew stond in de deuropening van de achterdeur te wachten en liet zijn blik op mij rusten, terwijl ik mijn veters strikte. 

“Vind je het goed als ik meeloop vandaag?” 
Ik knikte. Het was inmiddels niet ongewoon dat Matt het laatste halfuur van zijn middagpauze met me meeliep. Soms in stilte, soms herinneringen ophalend van vroeger. Het voelde vertrouwd en fijn om iemand te hebben die begreep dat ik niet altijd in de stemming was om te praten, iemand die net als ik ook de stilte kon waarderen. 

We namen een weggetje over bruggen, door het veld, richting het bos. Toen we eenmaal in het bos liepen, keek ik naar hem opzij. “Ik ben nu ruim twee maanden hier. Ik denk dat jij meer over mij weet dan ik over jou. Volgens mij heb ik je alles verteld over mijn leven in Nederland, maar jij niks over jouw leven hier.” 
“Je hebt er nooit naar gevraagd.” Was het antwoord. “Wat wil je weten?” 

Ik haalde mijn schouders op. “Het enige dat ik weet is dat je bij mijn vader in de garage werkt sinds je tienerjaren en nooit bent weggegaan. Is dat het enige waar jouw leven uit bestaat? Werken?” 

Matthew stak zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek en nam een langzamer looptempo aan. “Ik trouwde op mijn eenentwintigste met Victoria Moore.”

Een schok ging door me heen en automatisch wierp ik een blik op zijn rechterhand. “Je bent getrouwd? Met Victoria Moore?” Als er iemand was waar ik Matthew nooit samen mee zou hebben gezien, was het wel Victoria. Ze konden niet meer verschillend zijn. Victoria werd niet voor niets vroeger het IJskonijn genoemd. Bij de gedachte aan haar, haalde ik mijn neus op.
“Ik wás getrouwd met Victoria.” Verbeterde Matthew me. “Vijf jaar. Toen ontmoette Vicky iemand anders. Ze vroeg me om een scheiding en die gaf ik haar.” 
Sprakeloos keek ik hem aan, stopte met lopen. “Heeft Victoria je verlaten voor een ander?” 

Matt knikte. “Een jaar geleden werd ze ziek…Haar nieuwe liefde besloot dat hij niet wilde leven met een ernstig zieke vrouw en verliet haar.”
“Oh wauw…” Fluisterde ik. “Dus nu is ze weer alleen? Wat heeft ze voor ziekte?” 
Ze heeft longkanker. Daardoor kreeg ze een half jaar geleden een longbloeding, waar ze bijna aan overleed.” reageerde Matthew. “Ze heeft een mantelzorger voor de zorg die ze nodig heeft en ik help waar ik kan.” 
Zijn antwoord verbaasde me enorm. “Je zorgt voor je ex? Terwijl ze je heeft verlaten voor een ander?” 

Gelaten haalde Matt zijn schouders op. “In voorspoed en tegenspoed, in gezondheid en ziekte. Het voelt voor mij nog steeds zo dat ik verantwoordelijk ben voor haar.”
Langzaam draaiden we ons om, om aan de terugweg te beginnen. 

Het stak me een beetje dat Matthew Victoria’s bezit was geworden, haar man. Het stak me dat ze zijn liefde had gekregen, het weggooide en zelfs daarna nog zijn zorg en aandacht kreeg. Het stak me dat er een vrouw in zijn leven was. In stilte liepen we terug naar huis, waar ik hem gedag zei en naar binnen liep, terwijl Matthew doorliep naar de garage. Achter in mijn hoofd fluisterde een stemmetje: Ben je nu jaloers op Victoria? Op een doodzieke vrouw die mogelijk binnen korte tijd zal overlijden?

Volg je The Stout Journal al op Social Media?